Over culturele pretentie

“Een collega-schrijver werd erop aangesproken: een meneer kwam naar haar toe, met haar roman in zijn handen. Hij wees op het woord ‘imaginair’, hij had het onderstreept: ‘Weet u zélf wel wat het betekent?’ Dat is de staat van culturele pretentie anno 2016: wie niet weet wie Byron is, hoeft zich niet meer te schamen, wie het wél weet, is een eikel.”
Dit schrijft Joost de Vries in zijn pleidooi voor pretentie. Ik las het, en sindsdien laat het me niet meer los. Waarom is dat zo geworden, dat je een eikel bent als je weet wie Byron is?

Ik moet opeens denken aan die keer toen mijn therapeut mij keihard heeft uitgelachen. Ik vertelde hem over mijn eerste werkervaring, in een openbare bibliotheek. In onze bureau’s (we zaten allemaal samen in één grote ruimte) stond altijd radio Donna op (ja, ik ben al zo oud). Maar ‘s middags ging iedereen thuis eten, behalve ik, want ik woonde niet vlakbij. Dus tijdens het opeten van mijn meegebrachte boterhammetjes, veranderde ik de zender. “Toch niet naar Klara?” vroeg hij. “Jawel,” antwoordde ik, mij werkelijk van geen kwaad bewust. Hij heeft echt tranen gelachen. Mijn collega’s keken mij trouwens ook heel raar aan, toen ze terug binnen kwamen. En draaiden de radioknop meteen terug naar Donna. Het is nooit echt wat geworden tussen mij en die allereerste collega’s van mij. En eerlijk waar, ik snapte er niets van. Niet waarom ze het zo raar vonden dat ik naar Klara luisterde, en niet waarom mijn therapeut zo hard gelachen heeft, die keer.

Nu snap ik het wel, en vind ik het zelf ook hilarisch. Ik, leraarskindje uit Leuven. Ik, die naar het college gegaan was, daar braaf Grieks en Latijn had gestudeerd. Ik, die van kunst hou. Ik, die van literatuur hou. Ik, die van klassieke muziek hou. Ik, die zoveel culturele code’s moeiteloos herken.

Hoe wereldvreemd was ik. Maar echt.

Niet dat ik me daarvoor schaam, nu. Ik vind mezelf ook geen eikel. Maar ik begrijp dat het milieu waarin ik ben opgegroeid, niet het milieu van iedereen is. Ik voel mij niet beter dan een ander. Ook niet slechter. Ik heb er niet voor gekozen. Maar ik heb wel de verantwoordelijkheid om er iets mee te doen, vind ik.