ik heb/ben een lijf

Heb je een lijf of ben je een lijf? Wat zou jij antwoorden?
Ik zei tot voor kort steeds dat ik een lijf héb.
Ik zei dingen als: ‘mijn lijf wil niet mee. Ik wil wel, maar mijn lichaam laat me in de steek’.
Ik was boos op mijn lijf, omdat ik pijn had.
Ik vond dat ik dat niet verdiende. Ik vond dat niet eerlijk… (hallo, Calimero!)

Nu besef ik eindelijk terug (want als kind weten we dat allemaal) dat we een lijf zijn.
Ik ben mijn lichaam. Meer is er niet. Wij zijn ons brein, ja. Als we goed voor ons lijf en ons brein zorgen, kunnen we beter worden. Fysiek, maar ook mentaal.

Ik laat mezélf dus in de steek, als ik niet goed voor mijn lijf zorg.
Het lijkt subtiel, maar het is een wereld van verschil.

Ik heb begrepen dat ik enkel maar beter kan worden als ik voldoende beweeg, maar ook genoeg rust.
Als ik gezond eet, en niet te veel drink.
Mens sana in corpore sano. Zelfs de Romeinen wisten het allemaal al, 2000 jaar geleden.
Dus wandel ik. Doe ik aan yoga. Slaap ik.
Maar bovenal let ik op mijn gedachten:

‘Ik ben mijn lijf, in plaats van ik heb een lijf.
Ik ben zelf en als enige verantwoordelijk voor het bewaken van mijn energiepeil.
Ik luister naar mijn lichaam, want mijn cellen weten alles.

Als ik in gezelschap ben, probeer ik op mijn woorden te letten.
Als ik alleen ben, let ik op mijn gedachten.’